Nieuws

Samenwerken in eerlijke en duurzame voedselketens

groepsessie Kenia - ©Marco Verschuur
Bron foto: ©Marco Verschuur (©Marco Verschuur)
Het versterken van de voedselketen in Kenia is goed voor de positie van lokale boeren en de voedselvoorziening in het Oost-Afrikaanse land. Tegelijkertijd draagt praktijkgericht Nederlands onderzoek bij aan de hele keten van producten die naar ons land komen, zoals avocado’s. Die keten wordt transparanter en beter georganiseerd.
In samenwerking met

Het uitbannen van honger is een van de zeventien ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Ook Nederland staat achter deze ambitie. Maar sinds 2020 neemt het aantal ondervoede mensen juist toe. Dit is vooral te wijten aan ‘de drie C’s’: covid, climate en conflict. Zo heeft de Russische inval in Oekraïne de wereldwijde voedselcrisis aangejaagd. Volgens cijfers van de VN lopen in 2023 wereldwijd 345 miljoen mensen het gevaar honger te lijden. Voor 47 miljoen van die mensen is dat een neveneffect van de oorlog.

Op het eerste gezicht wordt wereldwijd voldoende voedsel geproduceerd. Maar een groot deel gaat ergens in de keten van grond tot mond verloren. Juist in ontwikkelingslanden, waar de beschikbaarheid tot voldoende voedsel beperkt is, zijn de voedselverliezen het grootst. Dit is te wijten aan onder andere onvoldoende kennis en kunde, beperkte oogsttechnieken, gebrekkige infrastructuur, schade tijdens de lange transporten en onvoldoende gekoelde opslag.

©Marco Verschuur

Verbeteren van voedselkwaliteit

Het CoE Groen-project FORQLAB draait zowel om het structureel verminderen van voedselverliezen als om het verbeteren van de voedselkwaliteit in Kenia. FORQLAB staat voor Food Waste Reduction and Food Quality Living Lab. Het onderzoek richt zich met name op de lokale zuivelketen en de relatief nieuwe avocadoketen.

Zuivel is een belangrijke voedselbron voor Kenianen. Om aan de vraag te voldoen, moet het land een fors deel importeren. ‘Eén van de zuivelcoöperaties werkt goed, en toch zien we bij boeren relatief grote verliezen’, weet projectleider Marco Verschuur. ‘Vaak komt dat door uierontstekingen. Die melk is niet voor humane consumptie en dan weigert een coöperatie de volledige melkproductie van een boer. Ook het mengen van avondmelk met ochtendmelk gaat ten koste van de kwaliteit en verdiensten, omdat de kwaliteit vaak achteruitgaat tijdens het niet-gekoeld bewaren op het bedrijf. En door stroomuitval is het koelen van zuivel in alle schakels van de keten niet altijd mogelijk.’

De productie van avocado’s is juist een opkomende markt in Kenia. ‘Bij het oogsten gaat nog veel mis, omdat de plukkers soms te weinig verstand van zaken hebben’, zegt Verschuur. ‘Als gevolg van het transport kunnen de vruchten als klasse 1 groente van het land komen, maar zijn ze al klasse 2 als ze naar de opslag gaan. Dat betekent dat boeren er veel minder aan overhouden. Daarnaast zie je veel cowboys in deze markt; mensen die alleen snel veel geld willen verdienen.’

Minder schadelijk

In het tweejarige project FORQLAB werken naast vier Nederlandse groene hogescholen ook twee Keniaanse universiteiten en een zevental lokale coöperaties en Keniaanse en Nederlandse bedrijven samen. Hun doel is: allerlei technische oplossingen bieden om de ketens te versterken en om kennis uit te wisselen. Door aansluiting bij het Erasmus+-programma kon afgelopen juni een delegatie uit Kenia naar Nederland komen. Omgekeerd zijn Verschuur en consorten vervolgens naar Oost-Afrika afgereisd. ‘We willen vooral leren van goede praktijkvoorbeelden’, zegt de projectleider. ‘Om vervolgens de ketens verder te optimaliseren. Dus we kijken niet alleen naar de boer, maar juist naar de samenwerking tussen alle ketenpartijen.’

Marco Verschuur is als docent-onderzoeker duurzame waardeketenontwikkeling (Sustainable Value Chain Development) verbonden aan Van Hall Larenstein. Hij richt zich op het organiseren van ketens die minder schadelijk zijn voor het milieu, en die zorgen voor een fatsoenlijk inkomen voor boeren. Een bekend voorbeeld van zo’n keten is Fair Trade. Duurzame waardeketenontwikkeling is in Velp een specialisatie binnen de bachelor International Development Management.

Van boer tot bord

In het FORQLAB-project doen studenten van Van Hall Larenstein vooral onderzoek naar voedselverliezen, ketensamenwerking en coöperatieversterking in dierlijke en plantaardige ketens aan het project. HAS green academy richt zich op het organiseren van avocadoketens, Aeres Hogeschool studenten op het gebied van productie van zuivel op het boerenbedrijf, en InHolland studenten onderzoeken mogelijkheden voor ICT-toepassingen in met name de avocadoketen.

De oogst is in het eerste projectjaar al rijk, vindt de projectleider. ‘Studenten hebben de voedselverliezen in kaart gebracht, werken aan een volgsysteem voor avocado’s, van boer tot bord, én aan een alternatief betalingssysteem waarbij de kwaliteit van de melk voorop komt te staan. Daarnaast bekijken we gezamenlijk wat de ideale bedrijfsgrootte is voor een melkveehouderij in Kenia. Alle kennis en inzichten vloeien vervolgens weer terug in het onderwijsprogramma.’

©Marco Verschuur

Voedselzekerheid

Het internationale project is allesbehalve een ver-van-mijn-bed-show vindt de projectleider. ‘Voedselverliezen gaan altijd gepaard met onnodige CO2-uitstoot. En vanuit het mondiale klimaatvraagstuk is het terugdringen van emissies overal ter wereld zinvol. Daarnaast is voedselzekerheid een mondiaal vraagstuk, en liggen de avocado’s gewoon in de Nederlandse supermarkt. Als je de keten transparant en de producten traceerbaar wil maken, zul je in landen als Kenia moeten beginnen.’

Een tweede misvatting is dat Nederland louter het goede voorbeeld kan geven aan Kenia. ‘Wij hebben hier een strak georganiseerde zuivelketen met minder voedselverliezen, maar ook een intensieve sector die te veel ammoniak en methaan uitstoot. We zijn met de Keniaanse delegatie naar een Nederlandse boer geweest die juist minder intensief koeien houdt, maar nog steeds in de knel komt met de uitstoot van stikstof. Dat is een hard gelag.’

Voor de Nederlandse projectpartners is het een eye-opener hoe internationaal de Keniaanse onderwijsinstellingen zijn, en hoeveel contacten ze over de hele wereld hebben. Verschuur is ook erg te spreken over de samenwerking binnen CoE Groen en Financiering komt onder meer vanuit het programma Praktijkkennis voor Voedsel en Groen vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), gecoördineerd door het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. ‘Samenwerking is binnen dit project cruciaal. Als individuele hogeschool ben je al snel te klein voor een internationaal project. Nu hebben we een pool van onderzoekers van verschillende kennisinstellingen die een bijdrage leveren. Daarnaast is de uitwisseling van kennis gewoon superleuk, en is Kenia een prachtig land.’

Landbouw cruciaal voor Kenia

Landbouw is een van de belangrijkste economische dragers van Kenia, naast toerisme. Het Oost-Afrikaanse land heeft zo’n vijftig miljoen inwoners. Vier op de vijf Kenianen is direct afhankelijk van landbouw als bron voor voedsel en inkomen. Daarnaast is de landbouwsector verantwoordelijk voor 65 procent van de exportopbrengsten. Met name thee, bloemen en koffie worden geëxporteerd.

In Kenia gaat een groot deel van de landbouwproductie verloren, voordat die de consument bereikt. De economische verliezen treffen zowel kleinschalige als grote, commerciële producenten in alle schakels van de keten: van leverancier tot exporteur. Door de voedselverspilling staat ook de lokale en nationale voedselzekerheid onder druk.

Van veel bederfelijk voedsel kan de houdbaarheid worden verlengd via het zogenoemde post-harvest-management. Het gaat onder meer om een andere manier van voedsel verwerken en verpakken, en het beïnvloeden van de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid tijdens de opslag. In Kenia gebeurt dit nog op kleine schaal. In veel gevallen is de kennis en de technologie beschikbaar, maar ontbreekt de juiste toepassing in de praktijk.

Het praktijkgerichte onderzoek van FORQLAB besteedt aandacht aan lokale toepassingen van post-harvest-management en een bijbehorend verdienmodel. Ook staat voedselveiligheid, kwaliteitsgarantie en traceerbaarheid op de agenda. In veel Keniaanse ketens gaat kennis over de oorsprong van landbouwproducten en de productieomstandigheden nog verloren.

Wageningen University & Research heeft eerder onderzoek gedaan naar de voedselverliezen in Kenia. In industriële ketens zoals de verwerking van kippenvlees zijn de verliezen beperkt. Maar juist op lokale markten gaat volgens een voorzichtige schatting veel voedsel verloren: zeker een derde van alle mango’s en avocado’s bereikt de consument niet.