Nieuws

Verbeterd instrument om bossen toekomst­bestendig te beheren

Old oaks - Aleksander Bolbot via Shutterstock
Bron foto: Aleksander Bolbot, Shutterstock (Shutterstock license)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Nederlandse bossen
  • Interessant voor
    Terreinbeheerders, boomkwekers, beleidsmakers
Bekijk de bronnen
De Nederlandse bossen staan onder druk, zowel qua kwaliteit als kwantiteit. Met twee CoE Groen-projecten staat zowel de aanleg van nieuwe bossen als het beheer ter versterking van vitaliteit en veerkracht van bestaande en nieuwe bossen centraal. Studenten en docenten doen op tal van plekken onderzoek, onder meer naar de inzet van minder bekende boomsoorten

Zo’n tien procent van het Nederlandse grondgebied bestaat uit bos. Decennialang groeide het bosoppervlak, maar sinds 2013 is er sprake van een omslag. Bossen maken plaats voor nieuwe infrastructuur, voor bebouwing of voor open landschappen. Ook plagen, bodemverarming door onder andere stikstof en verdroging spelen de huidige bossen parten. Bovendien blijft de aanplant van nieuw bos achter bij de gestelde doelen, zo constateerde Wageningen Environmental Research enkele jaren terug al.

Volgens de Nederlandse Bossenstrategie uit 2020 moet dit decennium het bosareaal juist met 27.000 hectare (oftewel 10 procent) groeien. Vanwege de druk op de spaarzame ruimte in Nederland vraagt dat volgens wetenschappers om een integrale benadering. Combinaties van functies liggen voor de hand; bos gecombineerd met waterberging, bosrijke recreatiegebieden bij nieuwe woonwijken, bufferzones van bos rondom kwetsbare natuurgebieden, combinatie van houtproductie en landbouw en voedselbossen rond een stedelijke omgeving.

Vermesting en verzuring

De kwaliteit van de bestaande bossen is een blijvend punt van zorg. "Door de verlaging van de grondwaterstanden en stikstof wordt de bosbodem droger en zuurder", zegt onderzoeker en projectleider Nick Pruijn. "Hierdoor zijn bomen minder vitaal en vervolgens vatbaarder voor ziektes en plagen. Het zijn de zogenoemde knock-on effects."

De combinatie van al die factoren zorgt voor een neerwaartse spiraal, terwijl bossen juist kunnen bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering, zeggen wetenschappers. Bijvoorbeeld door het vastleggen van koolstof in bomen en bodem, het vergroten van de biodiversiteit in en rond een bos en door de inzet van hout en houtige gewassen als hernieuwbare grondstoffen voor de bouw.

Het tij keren

De twee projecten, Veelzijdig bos en Vitaal bos genaamd, moeten een bijdrage leveren aan het keren van het tij. CoE Groen heeft vertegenwoordigers van de vier groene hogescholen samengebracht en de fiinanciering komt onder meer vanuit het programma Praktijkkennis voor Voedsel en Groen vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), gecoördineerd door het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. Binnen de projecten werken Inholland Delft, HAS green academy, Aeres hogeschool en Van Hall Larenstein samen. Bij die laatste is projectleider Pruijn werkzaam. De hogeschool heeft ook het lectoraat Duurzaam bosbeheer met lector Ute Sass-Klaassen.

De insteek van de twee projecten loopt behoorlijk uiteen, verwoordt Pruijn. Zo draait Veelzijdig bos om het ontwikkelen van een afwegingskader waarmee beheerders in de praktijk keuzes kunnen maken om bepaalde bosfuncties zoals natuurwaarde, recreatie en productie te faciliteren en te verantwoorden. Bij Vitaal bos draait het meer om de ecologie; de kwaliteit van de bodem, de structuur van een bos, de gevolgen van plagen en vraatschade door wild en de aanwezigheid van uiteenlopende soorten, inclusief exoten. De kennis moet zich vertalen in praktische handvaten voor beheerders om de bossen te revitaliseren.

Beheerstrategieën

Bij het project Veelzijdig bos liggen verschillende bossen onder de loep van de studenten en onderzoekers die bij de projecten betrokken zijn. Het gaat om Buytenhout park tussen Delft en Zoetermeer, relatief nieuwe bossen in combinatie met landbouw in Flevoland, en bossen in of aan de rand van de Veluwe. Het onderzoek binnen Veelzijdig bos is opgedeeld in zogeheten werkpakketten, gericht op bos in stedelijke omgeving, bos in rurale setting, bos in combinatie met landbouw en een pakket gericht op CO2-vastlegging door middel van duurzaam houtgebruik. Met een vijfde werkpakket komt de verzamelde kennis uit de vier werkpakketten samen in een integraal afwegingskader.

Beheerders worstelen al langer met de vraag welke beheerstrategieën en -methoden ze kunnen toepassen. "We hebben binnen het project gekeken tot welk eindresultaat we willen komen. Dat is: beheerders een instrument, een integraal afwegingskader, bieden dat helpt om gefundeerd keuzes te maken, om zo het beheer optimaal te laten bijdragen aan de wensen van zowel de samenleving als de beheerders zelf."

Complex proces

Pruijn vervolgt: "Het afwegingskader moet een soort beslisboom worden, waarmee je op basis van de ecologische omstandigheden met de betrokken partijen in het veld komt tot de juiste ingrepen in een bos. Deze tool willen we digitaliseren en voor verschillende type bossen inzetbaar maken."

Dat is en blijft een complex proces, erkent de projectleider, want de natuurlijke processen in en rond bossen laten zich niet makkelijk doorgronden. Zeker niet gezien de onvoorspelbaarheid van toekomstige klimaatverandering en een veranderend beleid rondom de aanpak van stikstof.

“Het is belangrijk om beslissingen die in het beheer gemaakt worden voor de buitenwereld inzichtelijk te maken en te onderbouwen.”

Nick Pruijn, onderzoeker en projectleider (Hogeschool Van Hall Larenstein)

"Daarnaast gaat een bossenstrategie vooral over de hele lange termijn, waarbij een nieuwe aanplant pas na ongeveer tachtig jaar volwassen is. Dan ziet de wereld er heel anders uit."

Halverwege het project, na een aantal sessies met mensen uit het werkveld, staat nog niet iedereen te juichen om een nieuwe koers te varen. Pruijn: "Ik proef weerstand vanuit de huidige generatie beheerders, die veel op hun eigen waarneming en ervaring teruggrijpen. Dat is begrijpelijk, omdat elk bos weer specifieke omstandigheden en beheerstrategieën kent. We richten ons vooral op het toekomstige beheer door een nieuwe generatie beheerders die op onze hogescholen worden opgeleid. Zo vloeit de kennis naar het werkveld en groeit het draagvlak, zo is onze verwachting."

Voldoende weerstand

Bij het project Vitaal bos draait het vooral erom bossen veerkrachtiger en daarmee op lange termijn weerbaarder te maken tegen klimaatverandering en daarmee gekoppelde verstoringen. Een belangrijke vraag in dit onderzoek is: hoe kunnen we bosbeheerders met kennis van zaken ondersteunen zodat zij bos vitaal en toekomstbestendig kunnen maken? De ontwikkelde instrumenten daarvoor zullen de Gereedschapskist Klimaatslim Bosbeheer versterken, in eerste instantie ontwikkeld door Wageningen University & Research en Stichting Probos.

Het CoE Groen-project heeft als doel om de bestaande gereedschapskist in de praktijk te toetsen op bruikbaarheid en volledigheid, en deze vervolgens aan te vullen. "Met de uitkomsten van dit project krijgen beheerders en mkb-ondernemingen een verbeterd instrument om integraal, nu en in de toekomst, de vitaliteit van bossen te kunnen verbeteren en te monitoren", zo staat in de projectaanvraag.

Een belangrijke afweging ingegeven door de klimaatverandering is om stapsgewijs zuidelijkere soorten in de Nederlandse bossen te introduceren. Het idee is dat deze soorten beter bestand zijn tegen droogte. Inmiddels is een selectie van soorten zoals elsbes, tamme kastanje en reuzelevensboom aangeplant om bestaande bossen te revitaliseren.

Derdejaarsstudenten van Hogeschool Van Hall Larenstein werken aan een applicatie waarmee ze de ontwikkeling van deze relatief minder bekende boomsoorten in beeld brengen. Via een dashboard kunnen ze op deze manier naast de bijgroei ook digitaal op ecologische omstandigheden als strooiseldikte en ondergroei monitoren.

Ideaalplaatje

Volgens de projectleider kan de landbouw een sleutelpositie vervullen als het gaat om kortetermijnmaatregelen. Zowel met het terugdringen van de stikstofuitstoot dichtbij bossen, maar ook met het vasthouden van water in een gebied, en met nieuwe vormen van geïntegreerd bos- en landbouw (agroforestry), waarbij bomen een steeds grotere rol spelen.

Het ideale bos heeft volgens Pruijn een vaste kern waar de natuur zich ongestoord kan ontwikkelen. In bosranden is er ook ruimte voor andere functies, zoals houtoogst en recreatie. Daaromheen ligt een natuurlijke bufferrand die afstand creëert tussen de natuur en intensief gebruikte (landbouw)gronden of stedelijk gebied. "Aanleg van nieuwe bossen kan daarnaast ook zorgen voor een betere verbinding tussen nu vaak sterk gefragmenteerde bosgebieden", besluit Pruijn.